West-Papoea

Bijgewerkt op: 17-11-2024


Het eiland Nieuw-Guinea is het op één na grootste eiland ter wereld en is opgedeeld in twee: Papua Nieuw-Guinea aan de oostelijke kant en Indonesisch West-Papua in het westen. West-Papoea is de meest oostelijk gelegen provincie van Indonesië en staat bekend om het ongerepte binnenland. Hoewel het hoort bij Indonesië, kun je West-Papoea bijna niet vergelijken met de andere provincies van het land. De locals lijken meer op aboriginals dan typische Indonesiërs door hun donkere huid en kroeshaar. Daarnaast is er een grote verscheidenheid in cultuur tussen lokale dorpen en stammen en worden er meer dan 250 talen gesproken. Omdat naar dit gebied erg weinig toeristen gaan en het dunbevolkt is, is de natuur nog even ongetemd en overweldigend als tientallen jaren geleden. Zo vind je in de bounty-achtige archipel Raja Ampat talloze (onbewoonde) eilanden met ’s werelds kleurrijkste koraalriffen, worden de Arfak bergen nog bewoond door veel (zeldzame) wilde dieren en leven de lokale volkeren in de Baliemvallei nog in hoge boomhuizen. Vooral voor de avontuurlijke backpacker is Papoea dus een aanrader.

Raja Ampat

De ideale route door Papoea begint in Raja Ampat, waar je je in een turquoise paradijs bevindt, maar dan zonder de horde toeristen die soortgelijke bestemmingen meestal aantrekken. De onderwaterwereld van dit gebied staat bovenaan de bucketlist van menig duiker, aangezien hier de hoogste biodiversiteit (aantal dieren+koraal) per rif is geteld ter wereld. Verken de eilandengroep met een lokale boot en verblijf in homestays, vanwaar je zo de zee in kunt duiken met je snorkelset.



Arfak gebergte

Vanuit Sorong in Raja Ampat kun je doorvliegen naar bijvoorbeeld Manokwari, vanuit waar je naar het Arfak gebergte kunt afreizen voor een wildlife trekking door de dichtbeboste jungle. Hier kun je veel dieren spotten die alleen in West-Papoea te vinden zijn, zoals de welbekende ‘birds of paradise’ en boomkangoeroes, slangen, hornbill vogels en kaketoes.

Biak

Vanuit Manokwari is het een uurtje vliegen naar het eiland Biak, wat omringd wordt door lange, witte stranden en goede surf-golven. Naast surfen, ontspannen op het strand en het bezoeken van watervallen kun je hier ook meer leren over de invloed van de Tweede Wereldoorlog op de provincie; er zijn veel monumenten en er is een museum. Tip: Als je op Biak bent, vergeet dan niet naar het prachtige Padaido eiland te gaan om te snorkelen. Grote kans dat je hier walvishaaien ziet!

Baliem vallei

In de met jungle bedekte hooglanden ten oosten van West-Papoea vind je de Baliem vallei, waar het net is alsof je terug in de tijd gaat. Dit gebied wordt namelijk bewoond door de Dani en Lani stammen: deze stammen leven al honderden jaren op traditionele wijze volgens hun lokale cultuur, ver weg van Westerse invloed. Ze jagen nog met pijl en boog en dragen grote botten door hun neusholtes, terwijl de rest van hun lichaam vaak is versierd met witte verf. Inderdaad, dit is de stam die bekend staat om hun peniskokers. Hoewel ze er wellicht wat eng uitzien, zijn ze juist enorm vriendelijk naar toeristen. Zij vinden het net zo bijzonder om jou te ontmoeten als andersom, en ze betrekken je graag bij hun alledaagse activiteiten zoals koken, rituelen en jagen. Dit gebied kun je alleen betreden met een lokale gids, die graag voor je alles vertaald. Zo kun je dus communiceren met een van de meest afgelegen en excentrieke stammen ter wereld.


West-Papoea

West Papoea

Vervoer in West-Papoea

Reizen door West-Papoea is makkelijker dan je verwacht. Alles van tours tot accommodatie en transport kan makkelijk upon arrival worden geregeld, ook al spreek je geen Indonesisch. Het is dus niet nodig om van tevoren een duur pakket te kopen via een reisbureau. Er zijn verschillende nationale vluchthavens verspreid over West-Papoea, waar grote steden zoals Denpasar (Bali), Jakarta en Makassar op vliegen.

Overnachten in West-Papoea

Hoewel het toerisme in West-Papoea erg beperkt is, is het aanbod aan accommodaties relatief groot. De prijzen liggen wel iets hoger dan in de rest van Indonesië, maar als backpacker is het nog prima betaalbaar. In steden zoals Jayapura, Sorong en Manokwari zijn moderne hotels te vinden tegen een redelijke prijs. In meer ‘’off-the-beaten-track’’ bestemmingen zoals de Baliem vallei of de Arfak bergen zijn meer (eenvoudige) bungalows te vinden of kun je overnachten in een homestay. In Raja Ampat kun je als backpacker het beste in een homestay verblijven. Daar betaal je per nacht per twee personen ongeveer €20 tot €25, inclusief alle maaltijden en snorkel-spullen. Naast homestays kun je er ook voor kiezen om in eco-resorts te slapen, er zijn er een handjevol van verspreid over heel West-Papoea.

Hoe kom ik er?

Vlieg, afhankelijk van waar je je reis wil beginnen, naar Sentani (naast hoofdstad Jayapura), Timika (Baliem vallei), Biak of Sorong (Raja Ampat). Omdat dit nationale vluchthavens zijn, moet je eerst via een internationaal airport vliegen, bijvoorbeeld Jakarta of Bali. Bekijk onze tips over het boeken van de goedkoopste vliegtickets Indonesië.