Geplaatst op 19 februari 2014 in de categorie(ën) Nepal.


Nepal: het land voor echte avonturiers

Wanneer je van plan bent om te gaan backpacken in Azië is Nepal misschien niet het land dat bovenaan je lijstje staat. Voordat ik drie jaar geleden met vriendinnen vertrok hebben minstens 38 mensen aan me gevraagd wat ik daar in hemelsnaam te zoeken had. Eigenlijk wist ik dat zelf ook niet helemaal. De eerste twee maanden zou ik Engelse les geven op een basisschool in de hoofdstad Kathmandu en vervolgens stond er een tweeweekse tocht door het land op het programma. Dat het geboorteland van Boeddha me zoveel mooie avonturen zou brengen had ik echter nooit gedacht.

Aankomst

Het avontuur begint eigenlijk al direct na aankomst op Kathmandu Airport. De grootste luchthaven van het land lijkt meer op een kantoor dan op een vliegveld en het is even zoeken naar de juiste tafel om je visumformulieren in te vullen. Als je na al dat geregel eindelijk buiten staat is het vervolgens nog een heel karwei om je door de enorme menigte schreeuwende taxichauffeurs te manoeuvreren. Eenmaal in de auto staat de volgende cultuurshock alweer op je te wachten: verkeersregels doen ze hier niet aan. Rijstroken, stoplichten en voorrangsregels kennen ze hier niet. Op weg naar mijn gastgezin slingerde de chauffeur wild de weg over, grote kuilen in de weg ontwijkend, terwijl we aan alle kanten werden ingehaald door zo’n 178 wild toeterende scooters. Namaste, welkom in Nepal!

The Last Resort

Ik weet nog heel goed wat mijn vader me inprentte vlak voor ik vertrok: “Kim, ga alsjeblieft niet bungeejumpen”. Voor de reis was ik dat ook helemaal niet van plan; ik hou van avontuur maar voor je lol van een 160 meter hoge brug springen en er ook nog voor betalen stond nu niet bepaald hoog op mijn to-do list. Toen ik eenmaal de verhalen had gehoord en foto’s had gezien van andere vrijwilligers die de sprong hadden gewaagd was ik zo om. Samen met een van mijn vriendinnen besloot ik het te doen. Toen was de yolo-kreet nog niet uitgevonden, maar ik geloof dat ik wel zoiets dacht. Vanuit Kathmandu vertrokken we ’s morgens heel vroeg met een bus vol dappere toeristen op weg naar de grens met Tibet. Alleen die bustocht ernaartoe is al meer dan de moeite waard, wat een uitzichten. Eenmaal aangekomen bij The Last Resort (de naam doet misschien enigszins onheilspellend aan, maar gelukkig valt het allemaal mee) word je gewogen en klaargemaakt voor de grote sprong. “Bend your knees, spread your arms, one, two, twie, JUMP!”. Ik heb nog nooit zo’n adrenalinekick van iets gekregen als hiervan, echt een once in a lifetime experience. Voor heel weinig geld kun je foto’s en een video van je sprong bestellen; altijd handig voor het geval je familie en vrienden het niet kunnen geloven.

Chitwan National Park

Als je in Nepal bent, mag een bezoek aan dit natuurpark in Chitwan zeker niet ontbreken. Zelf verbleef ik hier drie dagen, die bestonden uit zowel dieren spotten als lekker ontspannen. Onder andere de Indische neushoorn en Bengaalse tijger zijn hier nog te vinden.

Paragliden in Pokhara

Na twee maanden in het stof en de enorme drukte van Kathmandu gezeten te hebben, was Pokhara een heerlijke plek om even te ontspannen en wat frisse lucht in te ademen. Na de bungeejump kon ik de wereld aan, dus toen ik hoorde over de mogelijkheid om hier boven de bergen te paragliden heb ik dat ook maar meteen geboekt. Wanneer je met je instructeur de berg afrent hoop je maar dat het allemaal goed zit met die parachute, maar het moment dat je eenmaal lekker in je zitje hangt en alles laat gaan is echt fantastisch. Heerlijk, die vrijheid die je voelt, met je benen bungelend boven de bergen en een prachtig meer. Voor m’n gevoel had ik dagen in de lucht kunnen blijven hangen. Ook hier kun je vooraf aangeven dat je foto’s van dit avontuur wilt hebben. Tijdens je vlucht maakt de instructeur dan met een Go-Pro-camera de gaafste foto’s.

Trekkings

Veel toeristen die Nepal bezoeken komen speciaal om een Himalayatrekking te maken. Er zijn vele verschillende soorten trekkings, variërend van een paar dagen tot drie weken, afhankelijk van hoe ver en hoe hoog je wilt komen. Wij hebben een vijfdaagse tocht gemaakt (voor veel trekkers de ‘beginnerstocht’, voor ons al een enorm avontuur) en zijn tot een hoogte van ruim 3.200 meter geklommen. De eerste drie dagen bestonden voornamelijk uit het beklimmen van steile bergpaadjes, de laatste twee uit het afdalen van minstens net zulke steile paadjes. De spierpijn en blaren vergeet je snel door alle kneuterige dorpjes, de lieve mensen, het heerlijke eten en de fenomenale uitzichten. In Nederland zal ik nooit voor m’n lol een wandeling maken, maar deze trektocht zou ik zo opnieuw doen!

En verder…

Dit alles is slechts een kleine greep uit al het moois dat Nepal te bieden heeft. Ik zou over alles wat ik heb gezien kunnen schrijven in superlatieven (wat ik nu bij alles ook eigenlijk al heb gedaan), maar je moet het echt met eigen ogen beleven om me te kunnen geloven. Bovenop de bus zitten in plaats van erin omdat de bevolking geiten, kippen en ander vee gewoon meeneemt de bus in en de bus dus gauw vol zit, Dal Bhat met je handen eten, het echte Holi-festival vieren, raften in de Trisuli-rivier, indrukwekkend grote tempels bezichtigen, souvenirs inslaan in het oude Kathmandu; ik kan het iedereen aanraden om dit zelf mee te maken. Voor backpackers die graag plekken bezoeken waar het toerisme nog niet zo enorm is opgekomen is Nepal ideaal om een paar weken door te brengen.